Tot zo ver een korte samenvatting van het nieuws en de situatie van de afgelopen tijd, meneer Arondéus. Kort door de bocht misschien en mooi is het niet, maar zo gaat het.
Dit is een andere tijd.
Het lijkt wel een diep tragische menselijke wet te zijn dat het leven, na een bepaalde
periode van relatieve rust, toch weer op scherp gezet moet worden.
Vandaar ook mijn vraag of we het eigenlijk wel écht willen, dat samenleven. Hebben we die bereidheid tot opoffering nog wel voor elkaar over of verdwijnt dat gewoonweg uit ons DNA na verloop van tijd?
Zijn de omstandigheden waarin we dat samenleven moeten bewerkstelligen dan zo vreselijk onhoudbaar en ingewikkeld geworden dat het ons niet meer lukt?
Waar is het debat op gelijkwaardige voet? Waar is de rust van het luisteren en denken? Waar is het lef om toe te geven? Waar is de moed om de hand uit te steken en je ongelijk te bekennen? Waar blijven de grote onderhandelaars en wat maakt ons mensen tot zulke onbetrouwbare partners? Waar is de bereidheid tot delen gebleven?
Ons land is niet in oorlog, maar de oorlogen die er zijn kruipen wel steeds verder naar onze grenzen toe. Zowel de grenzen van Europa, als die van ons eigen land. En ze overschrijden met een morbide gemak de grenzen van het toelaatbare en het humanitaire. Vluchtelingenstromen die sinds uw oorlog niet meer zo groot zijn geweest, meneer Arondéus.
En wij raken onderling verdeelder dan ooit. Door de komst van vele vluchtelingen, mensen die onze hulp nodig hebben, vliegen wij elkaar steeds vaker en heftiger in de haren. We trekken ons terug achter dijken van angst en agressie. We houden ons vast aan gelijkgestemden en dreigen met opstand en verzet. We verliezen ons in verbaal geweld en laven ons aan donkere radicale vergezichten op de toekomst. Gesloten grenzen en het wegsturen van mensen. We houden op met hulp verlenen en isoleren onszelf door een eigen munt en uittreding uit de EU. Dat lijkt het voorland. Dat is de boodschap. Gesteund door de dreiging van terreur. Door daadwerkelijke aanslagen. Dat voedt de angst voor de zogenaamde Islamisering van ons land. De ont-christelijking van onze cultuur. De steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk. Links en rechts. Bovendorp en benedendorp…
Alleen is het bovendorp ver van haar linkse verleden afgedreven en ongemerkt de rechterflank geworden. Soms zelfs de extreme volkse rechterflank.
Niet onbegrijpelijk of vreemd want de wereld is radicaal veranderd. Inmiddels zijn er andere dreigingen voor deze grote groep mensen dan de achtergestelde positie uit het begin van de jaren 70 van mijn verhaal. Er is een andere groep mensen in ons land gekomen die aanspraak maakt op dezelfde ontwikkeling en dat ligt natuurlijk gevoelig. Begrijpelijk en daar moet een degelijke oplossing voor komen. Ook al zijn we rijkelijk laat en hadden we dat vanaf de jaren ‘70 al moeten inzetten. Dat had een hoop problemen gescheeld. Deze ontwikkeling is zorgelijk en gevaarlijk. Een duidelijk angstige, vechtlustige en uit alle macht verdedigende groeiende groep mensen. Dat in combinatie met die grote vuisten en soms korte lontjes. Dat is een groep om in de gaten te houden. Daar in dat bovendorp…
En het benedendorp dan?
Het benedendorp heeft voor een deel haar ouderwetse, welopgevoede hart behouden en vanuit die beschaving de laatste jaren een nieuw sociaal medeleven ontwikkeld. Gedeeltelijk uit tegenbeweging tegen de steeds asocialer wordende maatschappij of vanuit het pure gevoel van normbesef. Zij hebben genoeg te besteden en willen daar best een beetje van delen. Het sjieke benedendorp heeft inmiddels gezelschap gekregen van opgeklommen oud links. Zij bewonen het benedendorp samen met het oude geld dat nog steeds een beetje rechts is. Rechts uit economische motieven en zeker niet aan de extreme kant. Gewoon doorleven met hockey, honden, paarden, waxcoats en sinds de financiële crisis een Volvo in plaats van de Range Rover. De nieuwe elite. Een veranderde situatie maar overzichtelijk. Duidelijk in hun mening en stemgedrag.
En daar tussenin ligt nog steeds de doorgaande weg. De weg van hier naar daar. De weg waar tegenwoordig heel veel auto’s rijden maar waarvan ik niet precies weet waar ze heen gaan. ’s Morgens rijden ze heen en als de dag ten einde loopt rijden ze terug.
In een lange gelijkmatige stroom. Anonieme reizigers op gepaste afstand van elkaar en met beheerste snelheid. Ondertussen het wereldnieuws tot zich nemend via de radio en mobiele telefoon. Dag in dag uit. Waar gaan ze heen? Slaan ze linksaf? Rechtsaf? Bovendorp of benedendorp? Waar kiezen ze uiteindelijk voor? Waar horen ze bij?
Door de grijze stilte van deze groep is dat slecht in te schatten. Wat vindt de stille grote groep?